Vertrekregeling: mag het ietsje minder zijn…?
26 augustus 2021De vertrekregeling is vanaf 01-01-2021 mogelijk. De grenzen van die regeling zijn duidelijk. Maar die grenzen hoeven niet persé te worden opgezocht. Met andere woorden: ja, de vertrekregeling mag ook ietsje minder zijn. Dat kon de realisatie ervan wel eens ten goede komen. Weliswaar neemt het aantal “oudere” werknemers dat doorwerkt toe. Maar voor een deel van de werknemers is juist “eerder stoppen met werken” belangrijk.
Vertrekregeling in het kort
De vertrekregeling maakt het mogelijk dat werknemers eerder stoppen met werken zonder dat de werkgever wordt geconfronteerd met een zogenaamde RVU-boete van 52 %. De voorwaarden zijn samengevat:
- De vertrekregeling start maximaal 3 jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd;
- De vergoeding van de werkgever aan de werknemer bedraagt maximaal € 22.164,– per jaar (bedrag 2021);
Is de periode langer of de vergoeding hoger? Dan wordt het meerdere alsnog belast met een RVU-boete. Voor meer informatie zie RVU op de pagina kernbegrippen.
Pensioenakkoord en zware beroepen
Het Kabinet en de Sociale Partners hebben in het pensioenakkoord afspraken gemaakt over duurzame inzetbaarheid. O.a. dat “zware beroepen” eerder kunnen stoppen met werken:
- De 45 dienstjarenregeling: Er zou worden onderzocht of pensionering na 45 dienstjaren mogelijk is. N.a.v. dat onderzoek heeft demissionair Minister Koolmees geconcludeerd dat zo’n regeling lastig uitvoerbaar, juridisch kwetsbaar en kostbaar is. Die is dus voorlopig van de baan;
- De vertrekregeling: Deze regeling is ingevoerd per 01-01-2021, maar is tijdelijk. Tót uiterlijk 01-01-2026 kunnende laatste deelnemers instromen.
Er zijn geen afspraken gemaakt over wat nu precies een “zwaar beroep” is. Dat bleek lastig en wordt bewust aan de sociale partners (werkgevers en vakbonden/OR) overgelaten.
Vertrekregeling mag ietsje minder zijn
Kortom, in principe staat de vertrekregeling open voor alle beroepen/werknemers. De wetgever stelt op dat punt geen voorwaarden. Maar met een groepsomschrijving kan de vertrekregeling worden beperkt. Dan staat de regeling alleen open voor dié werknemers waarvan de sociale partners hebben vastgesteld dat voor hen een vertrekregeling belangrijk is. Dat betekent ook dat de groep kleiner wordt en dus de kosten voor de werkgever lager. Enkele voorbeelden uit de praktijk:
- CAO Verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT): deelname aan de vertrekregeling is mogelijk voor de werknemer die 45 jaren heeft gewerkt in de zorg.
- CAO Bouw en Infra: alleen “bouwplaatswerknemers” kunnen aan de vertrekregeling deelnemen.
Vertrekregeling in de praktijk
Sinds de invoering van de vertrekregeling zien we in de praktijk o.a. het volgende:
- In ca. 1/3 van de niéuwe CAO’s is een vertrekregeling afgesproken;
- Uit onderzoek door SZW onder ca. 300 CAO’s (bestaande en nieuwe) blijkt dat ca. 23 % van de werknemer aanspraak kan maken op een vertrekregeling;
- De feitelijke deelname aan de vertrekregeling is nog beperkt;
- Opvallend is het volgende. Vertrekregelingen worden ook afgesproken bij organisaties die feitelijk geen “zware beroepen” kennen. En ook opvallend: veel vertrekregelingen staan open voor álle werknemers. Er is geen groepsomschrijving (zie hiervoor) opgenomen.
Tips voor de OR
- Onderzoek de status van de vertrekregeling. Wordt die op branche niveau afgesproken? Of moet die op lokaal niveau worden afgesproken. Dan speelt vaak ook de OR een rol;
- Is er nog geen vertrekregeling afgesproken? Een groepsomschrijving kan het instellen van een vertrekregeling bevorderen. Ten behoeve van die collega’s voor wie “eerder stoppen met werken” juist wel belangrijk is;
- Met onze speciale rekentool brengen voor de werknemers de inkomsten in beeld. En voor de werkgever de kosten én de besparingen…;
- Wij helpen jouw OR graag. Neem gerust met ons contact op.