Uitfasering PEB: externe polissen
18 mei 2017In het kader van de Wet uitfasering Pensioen in eigen beheer dient de pensioenopbouw van de DGA in eigen beheer uiterlijk voor 01-07-2017 stopgezet te worden. Als dit tijdig wordt geregeld, is nog de vraag wat te doen met de nog lopende polis bij een externe verzekeraar. Wenst de DGA de polis terug te halen naar eigen beheer, dan dient dit verzoek uiterlijk voor 01-07-2017 bij de verzekeraar binnen te zijn.
Is de keuze gemaakt om de polis bij de verzekeraar te laten, dan is de vraag:
- wat te doen met de polis, stopzetten of voortzetten;
- dient de pensioentoezegging hierop aangepast te worden en zo ja wanneer.
Let op: het gaat hier om polissen met een pensioenclausule. Dekkingspolissen kunnen desgewenst ongewijzigd doorlopen. Het kapitaal van een dekkingspolis kan ook na 01-07-2017 nog naar eigen beheer.
In deze Pensioen Periodiek Special onze mening hierover.
Polis stopzetten
Wordt de polis eveneens stopgezet, dan ontstaat de volgende situatie. Door het stopzetten van de toezegging in eigen beheer, verkrijgt de DGA premievrije pensioenaanspraken. Deze premievrije pensioenaanspraken komen op pensioendatum deels uit eigen beheer en deels uit de polis.
In zijn brief van 13 april 2017 geeft de staatssecretaris aan dat het tzt van de verzekeraar te ontvangen pensioen verplicht moet worden aangevuld door de BV. De aanvulling vanuit de BV mag nooit meer zijn dan nodig is voor het voldoen aan de in totaal opgebouwde premievrije aanspraken. De staatssecretaris geeft aan dat de pensioentoezegging hierop aangepast moet worden.
Dient voor 1 juli 2017 de toezegging aangepast te worden? Naar onze mening niet. In de huidige DGA toezegging is opgenomen dat de toezegging in eigen beheer plaatsvindt, onder inbouw van de polis. Eigen beheer is dus de overkoepelende toezegging. Hieruit blijkt naar onze mening al dat de toezegging na stopzetting nooit meer kan bedragen dan de tijdsevenredig opgebouwde premievrije aanspraken. Aanpassing van de toezegging is in dit geval naar onze mening dan ook niet nodig.
Wordt vervolgens gekozen om het eigen beheer deel of af te kopen of om te zetten in een ODV, dan zal op afkoop/omzettingsdatum moeten worden bepaald welke aanspraak vanuit de polis kan worden aangekocht op basis van de actuele poliswaarde, “harde knip”. Deze “harde knip” mag naar onze mening plaatsvinden op fiscale of commerciële grondslagen. Met de bepaalde aanspraak, wordt vervolgens de totale premievrije aanspraak vermindert en kan het “overblijvende” eigen beheer deel worden afgekocht/omgezet. Tzt wordt met het expirerende verzekerd kapitaal een pensioen aangekocht bij een verzekeraar. Deze kan uiteindelijk hoger of lager zijn dan de bepaalde aanspraak door de “harde knip”.
Blijven de premievrije aanspraken staan of worden deze afgekocht, dan is het voor de hand liggend om de “harde knip” op basis van fiscale grondslagen toe te passen. Wordt omgezet in een ODV dan zou de keuze gemaakt kunnen worden om de “harde knip” van de aanspraak vanuit de polis te laten plaatsvinden op commerciële grondslagen. De fiscale waarde in eigen beheer is hierdoor hoger, waardoor een hogere waarde kan worden omgezet in een ODV. Is een hogere ODV waarde niet gewenst, dan kan ook hier de “harde knip” worden toegepast op fiscale grondslagen.
Polis loopt door zonder nieuwe toezegging
Wordt de keuze gemaakt om de polis door te laten lopen zonder nieuwe toezegging, dan vindt er als het ware een jaarlijkse overdracht plaats vanuit eigen beheer naar de polis. De polis gaat een steeds groter onderdeel uitmaken van de totale toezegging. De premievrije aanspraken blijven ongewijzigd (behoudens eventuele indexatietoezeggingen), de polis vormt een steeds groter deel van het totaal.
In zijn brief van 13 april 2017 heeft de staatssecretaris aangegeven dat deze methode mogelijk is. Deze methode kan leiden tot een lagere aanvulling vanuit de BV op pensioendatum. Of dit daadwerkelijk het geval zal zijn is afhankelijk van de aankooptarieven tzt. Ook hier mag de aanvulling vanuit eigen beheer nooit meer bedragen dan de tijdsevenredig opgebouwde premievrije aanspraken.
Dient voor 1 juli 2017 de toezegging aangepast te worden? Naar onze mening niet. In de huidige DGA toezegging is opgenomen dat de toezegging in eigen beheer plaatsvindt, onder inbouw van de polis. Eigen beheer is dus de overkoepelende toezegging. Hieruit blijkt naar onze mening al dat de toezegging na stopzetting nooit meer kan bedragen dan de tijdsevenredig opgebouwde premievrije aanspraken. Aanpassing van de toezegging is in dit geval naar onze mening dan ook niet nodig.
Wordt op enig moment besloten om of af te kopen of om te zetten, dan zal ook in deze situatie een “harde” knip gemaakt moeten worden om het polis deel definitief te bepalen.
Polis loopt door met nieuwe toezegging
Wordt een nieuwe toezegging gedaan, dan zal een splitsing gemaakt moeten worden van de polis. Een deel ziet toe op gelijktijdige opbouw met eigen beheer. Vanaf de nieuwe toezegging is sprake van nieuwe opbouw en dus opbouw van “nieuwe” aanspraken bij de verzekeraar.
De splitsing kan op twee manieren plaatsvinden:
- verzoek aan de verzekeraar om de polis te splitsen in een deel dat toeziet op gelijktijdige opbouw met eigen beheer en een deel dat toeziet op “nieuwe” opbouw. Of verzekeraars hier aan mee willen werken, is ons niet bekend;
- de splitsing wordt ook hier bepaald door het aanbrengen van een “harde knip”. Op datum van de nieuwe toezegging wordt bepaald welke aanspraak “aangekocht” kan worden met de polis waarde. Vervolgens wordt de totale premievrije aanspraak hiermee verminderd en blijft een lagere aanspraak in eigen beheer over. Vanaf dat moment staat de eigen beheer toezegging los van de polis. Hierbij kan de “harde knip” desgewenst fiscaal of commercieel bepaald worden.
Nabestaandenpensioen volledig verzekerd
Voor het ouderdomspensioen (opbouw deel van de polis) hebben wij de aandachtspunten van de polis in de vorige onderwerpen behandeld. Hoe zit het echter met het nabestaandenpensioen.
Door stopzetting verkrijgt de DGA een premievrije aanspraak op nabestaandenpensioen. Als het NP op de polis geheel verzekerd is, kan de dekking van de polis te hoog zijn. Is het niet de bedoeling om een nieuwe toezegging te doen, waardoor “nieuwe” aanspraken ontstaan, dan zal de dekking van de polis verlaagd moeten worden.
Voor het nabestaandenpensioen zou dus door het niet tijdig aanpassen van de polis voor 1 juli 2017 een bovenmatigheid kunnen ontstaan. De in aftrek te brengen premie ziet toe op een “volledig” NP, terwijl er maar een verplichting is voor de BV op grond van de (gestopte) toezegging voor een tijdsevenredig opgebouwd NP. Een nabestaandenpensioen mag na ingang maximaal 3% stijgend zijn, zodat voor de maximale hoogte van de uitkering nog ruimte aanwezig is. Deze 3% stijging zit echter vaak niet meer in de toezegging van de DGA opgenomen.
De aanpassing van de polis dient dan voor 1 juli door de tussenpersoon (beheerder van de polis) geregeld te worden. Wordt dit niet geregeld voor 1 juli dan is er voor het ouderdomspensioen sprake van overheveling. Voor het nabestaandenpensioen (risicodeel) bestaat er een kans op bovenmatigheid.