Deadline VPL-regeling
11 juni 2020In 2006/2007 kon aan werknemers een extra “voorwaardelijk” pensioen worden toegezegd. Het zogenaamde VPL-pensioen. De deadline voor de financiering daarvan is 2021/2022. Wat betekent dat voor werkgevers?
Hoe zit het ook al weer?
VPL is de afkorting van de “Wet afschaffing Vut en Prepensioen en introductie Levensloopregeling” die per 01-01-2006 is ingevoerd. Vanwege die afschaffing van Vut en Prepensioen kon in 2006 en 2007 aan werknemers een extra VPL-pensioen worden toegekend. Daar is in veel (maar niet alle) gevallen gebruik van gemaakt.
Bijzonder aan het VPL-pensioen is dat dit een “voorwaardelijk” pensioen betreft. De financiering daarvan (lees: de onvoorwaardelijkheid) moet uiterlijk na 15 jaar zijn geregeld, of eerder op het moment dat de werknemer met pensioen gaat. Vandaar de deadlines 2021 en 2022. Een eerdere deadline, bijvoorbeeld 31-12-2020, komt ook voor.
Veel bedrijfstakpensioenfondsregelingen kennen een VPL-pensioen. Maar ook in andere gevallen is een VPL-pensioen aan werknemers toegekend.
De besluitvorming over de VPL-regeling ligt bij de sociale partners als het gaat om VPL-regelingen die voor een hele sector gelden. Maar de besluitvorming kan ook op het niveau van de lokale werkgever liggen. Daarbij kan ook de OR een rol hebben.
Let op: “the devil is in the details”. Controleer de details en specifieke voorwaarden van de VPL-regeling.
Van voorwaardelijk naar onvoorwaardelijk
De deadline is dus 2021 en 2022, afhankelijk van het jaar van toekenning. Dan moet het voorwaardelijke VPL-pensioen zijn omgezet in een onvoorwaardelijk “echt” pensioen. Maar een optie is ook dat die omzetting, bijvoorbeeld om financiële redenen, niet of slechts deels plaatsvindt. Zo is bijvoorbeeld in het verleden door sociale partners besloten om de VPL-regeling voor “openbare bibliotheken” per 2015 geheel af te schaffen.
Bij die besluitvorming spelen ook een rol de afspraken die zijn gemaakt en de communicatie die hierover met de werknemers heeft plaatsgevonden. PostNL en het Pensioenfonds PostNL haalden zeer recent de krant. Op grond van de financieringsovereenkomst m.b.t. de VPL-regeling betaalt PostNL € 290.000.000,– aan het pensioenfonds!
Nog een interessant detail. Het VPL-pensioen is voorwaardelijk. Maar wordt (deels) onvoorwaardelijk zodra de werknemer met pensioen gaat. Vervroegde pensionering kán dus soms interessant zijn omdat daarmee de werknemer zijn VPL-pensioen veiligstelt. Handig om te weten in het kader van “ouderenbeleid”. Maar ook hier geldt: “the devil is in the details”.
De kosten
Het spreekt voor zich dat hieraan forse kosten zijn verbonden. Zeker als het VPL-pensioen de afgelopen jaren niet al deels is ingekocht. Ook komt het voor dat de voorziening op de balans van de onderneming door de actuele lage rente niet toereikend. Uit onze praktijk blijkt dat dan de kosten zo’n 30% hoger kunnen uitvallen dan was voorzien.
Bij bedrijfstakpensioenfondsen wordt vaak een opslag in de premie berekend ten behoeve van het VPL-pensioen. Vervalt dan die opslag in de premie na 2021/2022 zodat de totale pensioenpremie na die deadline daalt? Dat is niet zeker. Ons is bekend dat een aantal fondsen overweegt om die opslag te vertalen naar “gewone” pensioenpremie. Dan treedt er dus geen premiebesparing op. Verzekeraars kennen dat systeem niet. Die zullen de komende periode werkgevers gaan benaderen over de affinanciering van het VPL-pensioen.
Actie
Het is belangrijk om na te gaan óf in het verleden aan uw werknemers een VPL-pensioen is toegezegd. Zo ja, onderzoek dan waar de besluitvorming ligt en wat de afspraken met betrekking tot een eventuele financiering van de VPL-regeling zijn. Soms kán het zijn dat de OR instemmingsrecht heeft. Wij helpen u graag. Neem gerust met ons contact op.
Kom in contact!
Triple A – Pensioen Perspectief is een adviesbureau voor werkgevers en ondernemingsraden. Bent u werknemer en heeft u een pensioenvraag? Stel deze aan uw werkgever, pensioenverzekeraar of -fonds.