AOW-leeftijd minder snel omhoog
3 juli 2019In het pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW- leeftijd minder snel stijgt. Vooralsnog gaan we er vanuit dat dit ook voor de pensioenrichtleeftijd geldt…
Temporisering AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd stijgt minder snel. Daartoe is de volgende “temporisering” afgesproken:
- 2019: 66 jaar en 4 maanden
- 2020: 66 jaar en 4 maanden
- 2021: 66 jaar en 4 maanden
- 2022: 66 jaar en 7 maanden
- 2023: 66 jaar en 10 maanden
- 2024: 67 jaar
Vanaf 2025 is de stijging van de AOW leeftijd als volgt gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting: ieder jaar “levenswinst” wordt vertaald in een verhoging van de AOW-leeftijd met “slechts” 8 maanden.
Pensioenrichtleeftijd
Het pensioenakkoord is hier niet heel duidelijk over. Maar vooralsnog lijkt het erop dat die “versoepeling” ook voor de pensioenrichtleeftijd geldt. Die zal dus ook minder snel stijgen.
Let op: de pensioenrichtleeftijd zal naar verwachting (bijna) altijd ná de AOW-leeftijd liggen. Daar verandert het pensioenakkoord niets aan. Dat heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de vertrekregeling die in het pensioenakkoord is afgesproken.
Ontwikkeling AOW- en pensioenrichtleeftijd
Onderstaande figuur toont de ontwikkeling van de AOW- en de pensioenrichtleeftijd. Zowel volgens de oude als volgens de nieuwe (pensioenakkoord) regels.
Gratis: AOW-tool
Met deze tool kunt u eenvoudig uw AOW-leeftijd en uw pensioenrichtleeftijd berekenen. Zowel volgens de oude als volgens de nieuwe regels. De tool kunt u gratis bij ons opvragen.